Houd je van brood bakken? Dan is het wellicht leuk om je eens verder te verdiepen in de wereld van zuurdesem. Maar let wel, als je je startersdeeg hebt gemaakt, dan is het net of er een levend wezen in je koelkast zit.
Vergelijk startersdeeg maar met het hebben van een huisdier. Als er een laagje water op het deeg komt te staan, weet je dat het honger heeft, en het dus gevoed moet worden.
Het is het handigst om een vaste voedingsdag te kiezen voor je desem-diertje, én hem op een plek te zetten in de koelkast waar je hem een beetje in de gaten kan houden. Om zo te voorkomen dat hij sterft.
Jullie denken wellicht, dit is echt niet waar. Toch wel, probeer het zou ik zeggen. En misschien ‘plopt’ jouw gistdier ook wel hongerig, als je de deksel ervan opent.
Wat kan je ermee?
Wil je zelf je eigen zuurdesembrood bakken, dan heb je als basis hiervoor een startersdeeg nodig. Vergelijk het met gist. Zonder startersdeeg, geen brood. Van dit startersdeeg kan je telkens opnieuw gebruik maken voor een volgend te bakken brood, zo lang je het maar blijft voeden.
Maar let op, voed je je zuurdesem niet, dan zal het doodgaan. En wellicht zal dan heel de koelkast meegenieten van de lucht die daarvan zal komen. Voeden dus! Verder op leg ik je uit hoe en wat.
Zo maak je zelf je eigen startersdeeg
- 200 ml lauw water
- 250 gram tarwemeel
- 100 gram geraspte appel zonder schil
- Meng met een lepel de ingrediënten door elkaar en laat deze 2 tot 4 dagen staan in een glazen weckpot die je kan afsluiten.
- Roer het mengsel iedere avond en ochtend even met een lepel door.
- Wanneer het mengsel begint te leven, te zien wanneer het gaat borrelen, dan is het startersdeeg klaar voor gebruik.
Voeden
Door het telkens opnieuw voeden behoudt het zuurdesem zijn smaak en gistvermogen. Wanneer er een laagje water op het deeg komt te staan haal je 100 a 150 gram uit de glazen fles, en vul je dit opnieuw met 100 ml water en 100 gram tarwemeel.
Hoe ga jij jouw gist-diertje noemen?
Geef een reactie