
Bij ons gaat het eigenlijk altijd zo:
Bloem, die regelt de eters en ik bereid de maaltijd. En samen dekken we de tafel! Een prima samenwerking, vind ik zo.
Afgelopen week las Bloem een appje voor. Of Paulus met zijn vriendin aanstaande zaterdagavond bij ons kan komen eten?
In mijn hoofd poppen er zich dan razendsnel een aantal vragen op, die er meestal voor zorgen dat ik ongeveer een idee heb wat ik kan gaan koken. Dat gaat ongeveer zo:
- Zijn ze vegetarisch, veganistisch of hebben ze een of ander dieet? Nee.
- Wat heb ik ze de vorige keer voorgeschoteld? Surinaamse roti
- Houden ze van Indonesisch? Vast!
- Hmm… zal ik dan wat uit Beb’s kookboek koken aangezien ik mezelf tot doel heb gesteld om alle recepten na te maken? Ja!
- Wat dan? Nou die gerechten die je al had uitgezocht met behulp van je andere Indonesische leermeester. (=PISANG SUSU)
‘Het is goed,’ zei ik
‘Is dat een ja?’, vraagt Bloem.
‘Ja, zaterdag is prima !’ zeg ik tevreden terwijl de rust zich wederkeert in mijn hoofd.
Zo had ik in bliksemsnelheid besloten een mini-Indonesische rijsttafel te maken met deze drie nieuwe gerechten:
- Sèng gèsèng . Geen idee hoe je het uitspreekt, maar het is een Indonesische runderstoof.
- Nasi koening – Gele rijst
- Atjar tjampoer – Een zuurtje

Sèng gèsèng
Toen ik deze stoofschotel net had opgezet, kwam Bloem de keuken in lopen.
‘Wat stinkt er hier zo?’ vroeg Bloem met enige argwaan.
‘Ik weet het niet, ik denk dat het de tamerinde is wat je niet lekker vind ruiken’, zei ik zo koel mogelijk.
In de tussentijd wist ik natuurlijk zelf ook niet of het wel goed rook of niet. Ik had het gerecht nooit eerder gemaakt en had dus geen referentie. De enige houvast waaraan ik mee een beetje aan kon optrekken was dat ik het zelf niet vond stinken, maar een nieuwe geur rook.
Nasi koening
In de tussentijd wilde onze nieuwe elektrische rijstkoker gaan uitproberen. En ik had van Pisang susu geleerd dat je ook prima Nasi koening (Pandan = gele plakrijst) kon koken in een elektrische pan. Als zij het kon, kan ik het toch ook.
Nou dames en heren, ik het begin rook het zalig in de keuken, maar niet voor lang. Na 20 minuten koken in de nieuwe pan was heel de onderkant aangekoekt. De gele rijst was mislukt, en Bloem stond voor een keer niet likkebaardend rond de pannen te hangen. Tot overmaat van ramp zouden over een paar uurtjes Paulus en zijn vriendin bij ons voor de deur staan. Wat een ellende!
Ik besloot een pauze in te lassen en met Bloem onze hond uit te laten. Bij terugkomst gooide ik de gele rijst weg en besloot deze gewoon opnieuw te maken met gewoon wat meer water. Vervolgens besloot ik ook gewoon dat de Séng gèsèng zo hoorde te ruiken! Punt.
Het laatste gerecht: Atjar tjampoer
Dankzij Beb, de keukenmachine, en het voorbeeld van Atjar wat ik laatst had gezien had gezien bij een kunstenaar die naast schilderen en beeldhouden zelf zijn eigen sambals en atjars maakt. Stond mijn Atjar in no time af te koelen op de buitentafel, klaar om geserveerd te worden!

Bloem klaagde ’s avonds voor het slapen over misselijkheid. Omdat ze de Nasi Koening zó lekker vond had ze wel vier keer had opgeschept! Geen mooier compliment kun je toch niet krijgen? En de Sèng gèsèng? Die vond ik zelf het allerlekkerste!
Nog even op een rij, uit deze gerechtjes bestond onze mini-rijsttafel:
- Sèng gèsèng
- Nasi koening
- Atjar tjampoer
- Sambal Oelek
- Rendang pedang
- Gekookte eieren
- Gestoofde witte kool
- Emping
Recept: 10/578
Sèng gèsèng
Blz. 90, Groot Indonesisch Kookboek, Beb Vuyk, 49e druk 2019
Ingrediënten voor (4 personen icm met andere gerechten)
- 350 gram runderstoofvlees (van goede kwaliteit)
- 2 grote rode uien, gepeld en in grove stukken gesneden
- 2 tenen knoflook, gepeld en gehakt
- 3 eetlepels tamerinde pasta + 5 eetlepels water
- 1 theelepel trassi
- Olie om in te bakken
- Zout
Bereiding
- Snijd het vlees in stukken van dobbelstenen van 2 cm
- Doe wat olie in een pan met dikke bodem en bak het vlees aan.
- Voeg de uien en knoflook toe.
- Maak van de tamerindepasta, trassi en het water een papje en voeg dit toe aan het vlees.
- Voeg zout naar smaak toe en laat de stoof rond de 2.5 uur zachtjes stoven met de deksel op de pan.
- Haal de laatste 45 minuten de deksel van de pan, zodat het meeste vocht verdamp en het vlees bijna droog komt te staan.
Recept: 11/578
Nasi koening
Blz. 43, Groot Indonesisch Kookboek, Beb Vuyk, 49e druk 2019
Ingrediënten voor (4 personen icm met andere gerechten)
- 75 gram pandanrijst per persoon
- 1/3 blok santen
- 1 theelepel zout
- 1 spriet sereh
- 3 blaadjes van pandanblad (€1.80 per 100 gram bij de toko)
- 5 blaadjes jeruk purut
- 1 salam blad
- water
Bereidingswijze
- Doe alle ingrediënten in de elektrische rijstkoker.
- Voeg er voldoende water bij. Minimaal 1 vingerkoot (3 cm) water vanaf de rijst gemeten.
- Zet de pan aan en kook de rijst gaar.
- Laat de rijst zo’n 30 minuten nagaren.
Recept: 12/578
Atjar Tjampoer
Blz. 308, Groot Indonesisch Kookboek, Beb Vuyk, 49e druk 2019
- 1/4 witte kool
- 5 wortels, geschild
- 200 gram taugé, gewassen
- 1 komkommer, zaadlijsten verwijderd en in kleine stukjes gesneden
- 2 Spaanse pepers
- 16 eetlepels azijn
Boemboe
- zout
- 2 uien
- 2 tenen knoflook, gepeld
- 5 kemini’s, gepoft
- Duimdikte verse gember
- 2 theelepels koenjit
- 2 eetlepels suiker
- 1 spaanse peper
Bereidingswijze
- Snijd de de witte kool en de wortels met een keukenmachine fijn.
- Snijd de komkommer en de Spaanse peper fijn en voeg deze bij de rest van de groenten.
- Breng in een grote pan met zout het water aan de kook.
- Mix in de keukenmachine alle ingrediënten van de boemboe tot een brei en voeg deze met de azijn toe aan het water.
- Blancheer de groenten voor 1 minuut en doe dan de groenten met het kookvocht in een grote weckpot.
- Proef de atjar en breng deze eventueel nog op smaak met wat azijn en zout.
Geef een reactie