Ik vond vanmorgen bij de kringloopwinkel een bakvorm voor de Franse madeleines! Wij kochten deze kleine traktaties ook wel in Frankrijk tijdens een vakantie en daardoor is het nu extra leuk om een klein stukje Frankrijk ‘te bakken’.
Eigenlijk zijn madeleines niets meer dan boterige cakejes, die opvallen door hun geribbelde buikjes. Maar de geschiedenis van dit beroemde cakeje kent drie verhalen:
Zo was er in de middeleeuwen een vrouw met de naam Madeleine die kleine brioches bakte in lege Sint-Jacobsschelpen, om bedevaart wandelaars onderweg naar Santiago te verwennen onderweg.
Het tweede verhaal gaat terug naar de 17e eeuw waar de kokkin van kardinaal Paul de Gondi – ook met de naam Madeleine – heerlijke cakejes bakte. Deze zouden favoriet zijn van de hertogin van Longueville, die het cakeje flink promootte.
En de derde Madeleine, de kokkin van de voormalige koning van Polen, bakte ook al van die heerlijke cakejes. Het verhaal gaat dat de schoonzoon dol was op de cakejes en deze introduceerde in Versailles.
Drie verhalen over een oeroud cakeje om zo dit heerlijke Franse lekkernijtje nooit te vergeten. Welk verhaal waar is zullen we nooit weten, maar we kunnen wel bakken en misschien zelf mooie herinneringen erbij krijgen.
Ingrediënten (voor 24 stuks)
- 125 gram boter, gesmolten en afgekoeld
- 2 grote eieren
- 150 gram fijne kristalsuiker
- 150 gram bloem, gezeefd
- 1,5 tl vanille extract
- snufje zout
Zo maak je ze zelf:
- Klop de eieren en suiker tot een schuimig mengsel waarvan het volume 3 keer is toegenomen. Dit kost je zeker minimaal 5 minuten aan mixen.
- Spatel de bloem en gesmolten boter voorzichtig in delen door het mengsel.
- Voeg als laatst het vanille extract en het snufje zout toe.
- Laat het beslag voor 2 uur rusten in de koelkast.
- Vet de vorm in en bestuif deze met bloem.
- Schep het beslag in de vormpjes. Dit gaat het makkelijkste met twee theelepels.
- Bak de madeleines in 8-10 minuten op 200 graden gaar en goudbruin.
Bon appetit! Bregje
Geef een reactie