‘Ik laat de schapen nog even grazen, voordat ik ze te grazen neem’, zegt de wolf tegen de journalist die hem interviewt.
‘Waarom dood je ze?’
‘Dat is mijn natuur. En natuurlijk omdat ik honger heb.’ Hij bekijkt de omgeving en het hek waarachter de schapen zich bevinden.
‘Die schapen zijn van een boer. Ben je niet bang dat hij je zal doden als hij merkt dat je achter zijn schapen aan zit?’
‘Nee, ik ga er vanuit dat de man rationeel kan nadenken. Kun je je herinneren dat er in India een cobraslang een huis was binnengegaan en een kind had doodgebeten?’
‘Nee, vertel.’
‘Als reactie hebben de autoriteiten honderden cobra’s gedood in de omgeving. Het gevolg was dat de muizen geen natuurlijke vijand meer hadden op een paar kleine muizeneters na. Na enkele maanden was er een heuse muizenplaag in het dorp.
Daarom is het onverstandig om mij te vermoorden. Ik neem aan dat jullie niet willen dat er een schapenplaag ontstaat in Nederland.’
De journalist kijkt de wolf aan.
‘Ik denk niet dat de boer op de hoogte is van die gebeurtenis in India.’
‘Daarom heb ik ingestemd met dit interview. Als je dit verhaal publiceert zal de mens leren van zijn fouten. De autoriteiten kunnen de boer verordenen mij met rust te laten en de natuur zijn gang te laten gaan.
Bovendien erken ik niet dat de schapen van hem zijn. Dat is door de mens verzonnen. De schapen zijn van ons allemaal.
Oh ja, nog iets. Jullie hebben het weleens over een wolf in schaapskleren. Dat is ook onzin.’
‘Die schapen willen helemaal niet dood.’
De wolf denkt even na.
‘Wil je dat ik een vegetariër word? Jullie eten toch ook schapen- en lamsvlees?’
Geef een reactie