‘Ik heb jou hier nog niet eerder gezien’, zegt Circa de Digitalisbloem.
‘Nee, dat klopt’, antwoordt Jan de Werkbij. ‘Ik mag voor het eerst meewerken met de werkploeg.’
‘Kom maar dichterbij. Ik bijt niet.’ Het paarse bloemetje drukt zonder dat Jan het ziet een paar keer op de verstuiver waardoor er een heerlijke geur verspreid wordt in haar aura.
‘Je ruikt lekker.’ Jan dartelt om haar heen.
‘Dank je, lieve schat. Kom mijn honing maar pakken. Die wil je toch wel?’
‘Jawel, maar’.
‘Wat maar? Waar ben je bang voor?’
‘Mijn grootvader zei dat we moeten oppassen voor de verleidingen in het leven. Hij was een gelovige bij.’ Jan ziet zijn collega’s zonder aarzeling toegeven aan hun driften.
‘Bijgelovig, bedoel je zeker?’ Circa besluit het over een andere boeg te gooien.
‘Dadelijk klapt de val dicht en zit ik voor eeuwig opgesloten in de duisternis.’
‘Je opa was niet goed bij. Sorry dat ik het zeg. Hij geloofde dingen die helemaal niet waar zijn. Er is geen val.’ Circa denkt erover na hoe ze Jan kan deprogrammeren.
‘Ik heb gelezen dat er in het verre verleden een zondeval heeft plaatsgevonden. De eerste bij heeft een verboden bloem bevrucht. En toen is de bij uit het paradijs gezet.’
‘Ben ik een verboden bloem?’
‘Het is symbolisch. Het gaat om de kennis die het Opperwezen aan ons gegeven heeft en onze ongehoorzaamheid aan hem.’
‘En wat voor kennis is dat?’ vraagt Circa.
‘Onder andere de kennis dat ik een bij ben en jij een bloem. En dat sommige bloemen goed zijn en andere bloemen slecht.’
‘Ik begrijp het probleem. Jij gebruikt die kennis om te krijgen wat je wil en te voorkomen wat je niet wil. En dat heeft consequenties.
Zonder die kennis zou jij helemaal niet nadenken over deze dingen en niet bang zijn voor zaken die niet werkelijk een bedreiging zijn.
Doe gewoon wat in jouw natuur zit. Dat gaat vanzelf. Honing verzamelen, zodat het hele bijenvolk kan overleven in de winter, en tegelijkertijd ervoor zorgen dat ik me kan vermenigvuldigen voordat ik sterf. Heel rationeel allemaal.’
‘Jouw lekkere geur verleidt mij’, zegt Jan stellig.
‘Mijn geur is er om jou te helpen de honing die je nodig hebt te vinden. Het is de kennis die jou vertelt dat het een lekkere geur is. Dat is jouw fantasie. Er is geen sprake van een verboden verleiding.’
‘Denk je?’
‘Ja, het is een onderdeel van het proces in deze wereld. Laat het leven gewoon zijn gang gaan in jou. Dan kun je zonder angst hier tijdelijk rondvliegen.’
Geef een reactie