Risotto met tuinbonen en pancetta; er is niets leuker dan zelf je tuinboontjes te doppen, een goed stuk buikspek te snijden (echt, je proeft het verschil met voorgesneden spekjes) en je risotto te zien veranderen in een smeuïge massa… maar maak niet dezelfde fout om de tuinbonen te kort te garen, dan zijn ze nog te hard en smakeloos. Wie gaat voor de herkansing?
Ingrediënten
- 1 kg tuinbonen (het gewicht uit de supermarkt)
- 3 blokjes kippenbouillon blokjes
- 1,5 Liter water
- 200 g roomboter
- 1 ui, gesnipperd
- 60 g buikspek, in dunne reepjes
- 250 g risottorijst
- 3 eetlepels droge witte wijn
- 75 g Parmezaanse kaas, geraspt
Zo maak je de risotto
- Dop de tuinbonen. Dit doe je door de peul open te snijden door de naad en vervolgens de peul te openen. Let op, want tuinbonen bevatten looizuur, wat je handen zwart doet kleuren. Hoewel dit geheel onschuldig is, raad ik toch aan even handschoenen aan te trekken.
- Breng in een grote pan het water aan de kook, en los hierin de kippenbouillon op.
- Smelt zachtjes in een pan met dikke bodem de helft van de boter. Fruit hierin de ui en buikspek zachtjes totdat het ui glazig is. Voeg de rijst toe en roer totdat de korrels zijn bedekt met boter.
- Blus met de witte wijn de rijst af, en roer totdat deze is opgenomen in de rijst.
- Voeg de tuinbonen toe.
- Schep telkens met een soeplepel de hete bouillon bij de rijst en wacht met bijvoegen totdat deze geheel is opgenomen. Herhaal dit tot alle bouillon is gebruikt en de rijst gaar is. Dit duurt zo’n 20 minuten.
- Roer de rest van de boter erdoor en de Parmezaanse kaas!
Geef een reactie