Deze vorm van apple strudel is bijna vergelijkbaar met een appelflap, behalve de vorm en afwerking verschillen. Super lekker als toetje met een bolletje vanille-ijs. En nu is het appelseizoen dus… bakken maar!
Ingrediënten
- 350 gram appels, geschild, geboord en grofgesneden
- Sap van een ½ limoen
- 75 gram witte basterdsuiker
- 25 gram broodkruim
- 50 gram rozijnen
- 1 theelepel kaneel
- 8 vellen bladerdeeg
- 100 gram roomboter, gesmolten
Zo maak je de strudel
- Verwarm de oven voor op 200 graden.
- Vet het bakblik licht in met wat boter.
- Om de vulling voor te bereiden, vermeng je de appels met het citroensap, de suiker, het broodkruim, de rozijnen en kaneel in een kom.
- Pak een vel bladerdeeg en besmeer deze royaal met gesmolten boter. Schep een achtste deel van het appelmengsel in het midden van de langste rand van het deeg en laat een kleine rand achter. Vouw in deze rand, breng dan de twee korte kanten over de appel eroverheen. Rol het gevulde deeg over om een nette strudel te vormen. Leg het een van de voorbereide bakplaten en herhaal het proces met de resterende zeven bladerdeegvellen en appelmengsel
- Besmeer de bovenlaag van de strudels met de gesmolten boter. Bak dan voor 15-20 minuten in de voorverwarmde oven de strudel goudbruin en knapperig.
- Meng ondertussen de basterdsuiker en 2 eetlepels water samen in een kleine pan en verhit dit zachtjes totdat alle suiker is opgelost. Schep de siroop over de warme strudel en bestrooi met poedersuiker.
Geef een reactie